God leren kennen

Zo ver als ik me kan herinneren, wilde ik altijd al dolgraag moeder worden. Ik droomde ervan om te trouwen, in verwachting te raken en voor het eerst mijn kindje in de armen te houden. Toen ik eindelijk trouwde, kwam het bij mijn man en mij niet eens op om te wachten met het stichten van een gezin. Maar de ene na de andere zwangerschapstest pakte negatief uit, en langzaam maar zeker begon het besef door te dringen dat we wel eens onvruchtbaar konden zijn. Maanden van afspraken bij de dokter, tests en tranen volgden. Het voelde alsof we middenin een storm zaten. Onvruchtbaarheid was een bittere pil. Ik had moeite te blijven geloven dat God goed en trouw was.

Een middel tegen bezorgdheid

Vol gezonde spanning keken we uit naar de verhuizing, die we voor het werk van mijn man moesten doen. Maar de onzekerheden en uitdagingen die erbij hoorden maakten me ook wel wat bezorgd. Al het uitzoeken en inpakken van onze spullen. Een geschikt huis zoeken. Een nieuwe baan voor mij. Je weg zoeken in een nieuwe stad, daar je plekje vinden. Het gaf allemaal veel onrust. Toen ik aan de lange lijst dacht van dingen die we zouden moeten doen, moest ik denken aan wat de apostel Paulus in een van zijn brieven schrijft: wees niet bezorgd, maar bid (Fil. 4:6-7).

Hoe lang nog?

Toen mijn man en ik trouwden, ging ik ervanuit dat we direct kinderen zouden krijgen. Dat gebeurde niet, en ik had grote moeite met de gedachte dat we onvruchtbaar waren. Vaak riep ik het uit tot God: ‘Hoe lang nog?’ Ik wist dat God onze situatie kon veranderen. Waarom deed Hij dat dan toch niet?

Verandering

Elke dinsdag zag ik Mary tijdens mijn bezoekjes aan ‘het Huis’. Dat is een huis waar ex-gedetineerden begeleid kunnen wonen, terwijl ze zich voorbereiden om weer de maatschappij in te gaan. Haar leven was totaal anders dan het mijne: ze kwam net uit de gevangenis, worstelde met verslavingen en moest gescheiden van haar zoon leven. Je kunt gerust zeggen dat ze aan de rand van de samenleving stond.

Van angst naar vertrouwen

De woorden van de dokter vielen als een steen op haar maag. Kanker. Haar wereld stopte met draaien toen ze aan haar man en kinderen dacht. Ze hadden zo hard gebeden, en op een andere uitslag gehoopt. Hoe moest het nu? De tranen stroomden over haar gezicht toen ze zachtjes bad: ‘O God, hier kunnen wij helemaal niets tegen doen. Weest U alstublieft onze kracht.’

Het hoogste goed

Toen ik als kind op Jamaica opgroeide, wilden mijn ouders mijn zus en mij leren om ‘goede mensen’ te zijn. Bij ons thuis betekende ‘goed’ dat we aan onze ouders gehoorzaam waren, altijd de waarheid vertelden, het goed deden op school en op het werk en naar de kerk gingen . . . in ieder geval met Pasen en Kerst. Ik vermoed dat veel mensen van uiteenlopende culturen deze definitie van ‘een goed mens zijn’ wel zullen herkennen. In Filippenzen 3 gebruikt de apostel Paulus de omschrijving van een ‘goed mens’ die in zijn cultuur gold, om iets anders duidelijk te maken dat hij veel belangrijker vond.

We gebruiken cookies voor een betere brows-ervaring. Door deze website te blijven gebruiken stemt u hiermee in. Hier vind u meer informatie over ons gebruik van cookies en hoe u ze kunt uitschakelen.